Dit is een van de aanpassingen van het Beleidsbesluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.
Het Beleidsbesluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst geeft aan of, en zo ja in welke gevallen de Belastingdienst een verzuim- of een vergrijpboete oplegt. In het nieuwe beleidsbesluit (zie bijlage) zijn enkele aanpassingen vermeldenswaardig.
Dit beleidsbesluit geeft aan tot welk tijdstip nog sprake is van een vrijwillige verbetering. Volgens het Besluit is sprake van een vrijwillige verbetering als de belastingplichtige al actie heeft ondernomen voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur met de niet-betaling bekend is of daarmee bekend zal worden. Hij moet de inspecteur dan schriftelijk meedelen tot welk bedrag de belasting niet is betaald.
Naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad rees de vraag tot welk moment een schriftelijke mededeling van een belastingplichtige nog als een vrijwillige verbetering kan worden aangemerkt. De staatssecretaris neemt twee situaties tot uitgangspunt:
Controle loonbelasting of omzetbelasting. Zodra de Belastingdienst constateert dat te weinig belasting is afgedragen of ingehouden en de belastingplichtige hierover wordt geïnformeerd, kan hij niet meer vrijwillig verbeteren.
Boekenonderzoek. Als een belastingplichtige wordt medegedeeld dat bij hem een boekenonderzoek zal worden uitgevoerd, kan hij niet meer vrijwillig verbeteren.
Ook op dit punt bestaat al beleid. Dit beleid is als volgt. De inspecteur legt geen verzuimboete op bij een te late betaling van een aangiftebelasting als het belastingbedrag dat bij vrijwillige verbetering alsnog wordt betaald:
Heeft de vrijwillige verbetering op een belastingbedrag van meer dan € 12.500, dan heft de inspecteur een boete van 5% met een maximum van € 4.537 (2007). Dit boetebeleid heeft dus betrekking op zogeheten suppletieaangiften voor de loon- en de omzetbelasting.
Een ander beleidsbesluit dat in het betreffende Besluit is opgenomen, heeft betrekking op het vervallen van een verzuim- of vergrijpboete bij een pleitbaar standpunt of afwezigheid van alle schuld.
De staatssecretaris vindt een standpunt pleitbaar als dat 'een opvatting betreft over de kwalificatie van de feiten óf de toepassing van het recht op de feiten die in redelijkheid verdedigbaar is'. In dat geval kan de belastingplichtige niet worden verweten dat aanvankelijk geen of te weinig belasting is geheven.
Het aangepaste Besluit is op 1 april 2007 in werking getreden, waarbij de beleidsbesluiten per dezelfde datum zijn ingetrokken. Bij het nog bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht is overigens een integrale herziening van het Besluit aangekondigd.