Bij het zogenaamde keuzevermogen ligt de grens bij 10% zakelijk of privégebruik. Is het zakelijk of privégebruik minder, dan is het bedrijfsmiddel meestal verplicht ondernemings- of privévermogen. Maar niet altijd, zo bleek onlangs voor het gerechtshof in Arnhem.
In de betreffende zaak wilde de ondernemer de eigen woning tot het ondernemingsvermogen rekenen. Van de woning werd slechts één kamer, zo'n 6% van de woning, bedrijfsmatig gebruikt.
De ondernemer stelde echter dat de woning mede dienstbaar was aan de onderneming. Hij voerde aan dat er vanuit de woning toezicht mogelijk was op de bedrijfsactiviteiten in en rondom de naastgelegen bedrijfshal. Verder werden er, ook buiten de normale werktijden, goederen van leveranciers ontvangen en was er vanuit de woning contact met de werknemers gedurende de werkdag.
Van belang was tevens dat de bedrijfshal alleen bereikbaar was via de toegangsweg naar de woning. Bij de aankoop van de woning bleek het niet mogelijk een recht van overpad te verkrijgen.
Voor de rechter waren deze argumenten voldoende om toe te staan dat de ondernemer de woning als ondernemingsvermogen aanmerkte.