Boeterente wordt in rekening gebracht als een bestaande lening, voordat deze is afgelopen, wordt omgezet tegen een nieuwe lening met een lager rentepercentage. Boeterente is het nadeel dat de bank leidt omdat men over de resterende looptijd van de lening een lagere rente ontvangt. Ondanks de boeterente kan het oversluiten van een lening, meestal een hypothecaire lening, interessant zijn. Hiermee kan men voorkomen dat bij het aflopen van de eerdere lening er sprake is van een hogere rente en er dan tegen deze hogere rente een nieuwe lening afgesloten moet worden.
Onlangs moest de Hoge Raad oordelen over een situatie waarin een dga bij zijn eigen bv een hypothecaire lening had afgesloten ter financiering van zijn woning. De rente op de lening bedroeg 7,9%. De dga besloot na enige jaren de lening over te sluiten tegen een lager rentepercentage. De bv bracht daarop
€ 34.000 aan boeterente in rekening.
De Belastingdienst was van mening dat de boeterente niet aftrekbaar was en schrapte de aftrek. Hof Den Haag was het hiermee eens omdat de dga zelf over de leningsvoorwaarden kon beslissen. De Hoge Raad besliste echter anders. Volgens de Hoge Raad is ook boeterente die door de eigen bv in rekening is gebracht aftrekbaar, voor zover deze boeterente zakelijk is en dus niet teveel afwijkt van een vergelijkbare lening bij een bank.
De Hoge Raad oordeelde ook dat het behalen van een fiscaal voordeel in dit kader niet van belang is. De dga verwachtte een fiscaal voordeel te behalen omdat zijn inkomen zou dalen, zodat de aftrek van de rente in de toekomst netto minder zou opleveren. Ook speelde mee dat bekend werd dat de aftrek van hypotheekrente de erop volgende jaren zou worden beperkt.
Deze zaak wordt verwezen, zodat een ander Hof kan onderzoeken of er daadwerkelijk sprake is geweest van herfinanciering van de lening ten behoeve van een eigen woning. Dit was namelijk onduidelijk. Mocht dit zo zijn, aldus de Hoge Raad, dan is de boeterente aftrekbaar.