De nieuw opgerichte bv start dan met de boekwaarden van de oude onderneming en het afrekenen wordt op de lange baan geschoven. Een voorgenomen overgang brengt echter de nodige voorbereidingen met zich mee, reden waarom er nogal eens terugwerkende kracht aan de geruisloze overgang dient te worden verleend. Dit is onder voorwaarden mogelijk, tot maximaal negen maanden. Een belangrijke voorwaarde is echter dat er met de terugwerkende kracht geen ‘incidenteel fiscaal voordeel’ mag worden behaald.
In een uitspraak van de Hoge Raad is bepaald dat het verschil in fiscaal regime tussen de inkomsten- en de vennootschapsbelasting niet aangemerkt kan worden als een incidenteel fiscaal voordeel. Anders gezegd, de verschillen in belastingheffing tussen de inkomsten- en vennootschapsbelasting zijn nu eenmaal inherent aan beide systemen en daar kunt u gewoon van profiteren. Dat het ene systeem in een bepaalde situatie leidt tot lagere belastingheffing is dan ook niet aan te merken als een incidenteel fiscaal voordeel. Het kan voor de fiscus dus ook geen reden zijn de terugwerkende kracht voor een geruisloze overgang te weigeren.
In een andere zaak heeft de rechtbank Groningen iets soortgelijks besloten omtrent de vof. In die zaak ging het niet om met terugwerkende kracht geruisloos doorschuiven, maar om het met terugwerkende kracht kunnen oprichten van een vof. Ook dit is onder voorwaarden mogelijk, maar ook nu geldt dat dit niet gericht mag zijn op het behalen van incidenteel fiscaal voordeel. De inspecteur vond dat het met terugwerkende kracht kunnen profiteren van ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, is aan te merken als incidenteel fiscaal voordeel. De rechtbank Groningen was het hier niet mee eens en stond de belastingplichtige toe met terugwerkende kracht de vof in te gaan.
De conclusie is dat met deze uitspraken de mogelijkheden om met terugwerkende kracht een bv of vof in te gaan, belangrijk zijn verruimd. Overweegt u een dergelijke stap, neem dan contact op met uw adviseur.